Richtsnoeren
- Voeg in een kleine kom het losgeklopte ei toe en giet de gesmolten boter en melk erbij. Meng alles door elkaar.
- Voeg in een andere kom de bloem, suiker, bakpoeder en zout toe. Roer de droge ingrediënten erdoor.
- Meng de natte ingrediënten met de droge ingrediënten en meng goed tot een gladde massa.
- Meng in een aparte kom de lichtbruine suiker met de kaneel en gesmolten boter voor de kaneelvulling.
- Giet een eetlepel pannenkoekenbeslag in een voorverwarmde koekenpan en verdeel het gelijkmatig. Doe het deeg in een spuitzak.
- Als de pan heet is, voeg je het pannenkoekenbeslag toe met een ijsschep en strooi je het suiker- en kaneelmengsel over het oppervlak van de pannenkoek.
- Als er belletjes ontstaan op het oppervlak van de pannenkoek, draai hem dan om en bak hem ook aan de andere kant.
- Stapel de kaneelpannenkoekjes op elkaar om ze warm te houden.
- Maak de roomkaasglazuur door de zachte boter, roomkaas en banketbakkerssuiker te mengen.
- Besprenkel de pannenkoeken voor het serveren met het glazuur.
Presse-papier
- Gebruik een deegborstel om de pan in te smeren met een dun laagje olie om te voorkomen dat de pannenkoeken blijven plakken.
- Overgebleven pannenkoeken kun je in de koelkast bewaren en voor het serveren opwarmen in de oven.