7. Rol het deeg uit tot een rechthoek, vouw een derde van het deeg naar het midden en vouw het andere derde deel over het eerste (als een drieluik). Draai het deeg 90 graden en herhaal het proces van uitrekken en vouwen nog drie keer. Laat het deeg tussen elke vouw 30 minuten in de koelkast afkoelen.
8. Wikkel het deeg na de laatste vouw in plastic en laat het minimaal 1 uur rusten in de koelkast.
9. Verwarm de melk met het vanillestokje (open en de zaadjes eruit geschraapt) totdat het begint te koken. Haal de pan van het vuur en laat 10 minuten trekken. Als u vanille-extract gebruikt, voegt u dit als laatste toe.
10. Klop in een kom de eidooiers met de suiker en de maïzena tot een glad mengsel.
11. Giet de hete melk (zonder het vanillestokje) langzaam bij het eidooiermengsel en blijf voortdurend kloppen. Doe het mengsel terug in de pan en breng het op middelhoog vuur aan de kook. Blijf roeren tot het mengsel dikker wordt en kookt. Laat het nog een minuut koken en haal het dan van het vuur.
12. Voeg de boter toe aan de hete room en roer tot het geheel volledig is opgenomen. Bedek de crème met plasticfolie en zorg dat deze goed tegen de crème aandrukt om te voorkomen dat er een velletje ontstaat. Laat de crème afkoelen.
13. Rol het bladerdeeg uit tot een dikte van ongeveer 5 mm. Snijd in vierkantjes van 10 cm.
14. Doe een eetlepel banketbakkersroom in het midden van elk vierkantje. Vouw de hoeken naar het midden en druk ze lichtjes aan.
15. Leg de Deense gebakjes op een met bakpapier beklede bakplaat, dek af met een theedoek en laat 30 minuten rusten.
16. Verwarm de oven voor op 200°C. Bestrijk de gebakjes met het losgeklopte ei en bak ze 15 tot 20 minuten, of tot ze goudbruin zijn.
17. Laat het iets afkoelen en bestrooi het eventueel voor het serveren met poedersuiker.