Hij zegt: “De vader van deze man is de zoon van mijn vader”
Hij heeft echter geen broer of zus, dus de zoon van zijn vader is hijzelf.
Dus de vader van de man op de foto is hij → dan is de man op de foto zijn zoon.
Hij zegt: “De vader van deze man is de zoon van mijn vader”
Hij heeft echter geen broer of zus, dus de zoon van zijn vader is hijzelf.
Dus de vader van de man op de foto is hij → dan is de man op de foto zijn zoon.