
Het mysterie achter de Antarctische bloedregens is opgelost
In 1911 ontdekte geoloog Griffith Taylor deze mysterieuze scharlakenrode waterval. Tijdens de eerste expedities werd melding gemaakt van de aanwezigheid van pigmentalgen, maar er werd geen spoor van deze micro-organismen aangetroffen. Pas veel later ontdekten onderzoekers het geheim: de kleur komt niet van het leven… maar van scheikunde.
Onder de gletsjer ligt een oeroud meer, dat al meer dan een miljoen jaar afgesloten is van de buitenwereld . Het water daar is verzadigd met ijzer en erg zout. Resultaat ? Wanneer het het aardoppervlak bereikt en in contact komt met de lucht, oxideert het … letterlijk! Het ijzer roest en kleurt het water bloedrood.
Hoe blijft water vloeibaar onder kilometers ijs?
Dit is nog een fascinerend raadsel. Ondanks dat er aan het oppervlak soms temperaturen van -50°C worden gemeten, bevriest dit water niet. Waarvoor? Dankzij het extreme zoutgehalte en de geothermische warmte die uit de diepten van de aarde opstijgt. Deze onwaarschijnlijke mix zorgt ervoor dat het meer vloeibaar blijft en er een uniek ondergronds ecosysteem ontstaat, dat zo uit de beste sciencefictionverhalen zou komen .
Een levende tijdcapsule onder het ijs
Maar dat is nog niet alles. Dit verborgen meer is tevens een waar natuurlijk laboratorium voor extreem leven. Micro-organismen overleven daar zonder licht of zuurstof en voeden zich met ijzer en zwavel. Deze extremofielen verstoren ons levensbeeld . Ze bezitten een opmerkelijke biologische veerkracht en kunnen gedijen op plekken waar de mens dat niet zou kunnen .