ADVERTISEMENT
ADVERTISEMENT

Ik hielp een alleenstaande vader in een winkel en zag de armband die ik met mijn dochter om de pols van zijn dochter had begraven.

Om haar pols een delicate zilveren armband met een klein kruisje eraan bungelend.

Mijn hart stopte.

Ik kende die armband.

Ik had het samen met mijn dochter begraven.

Een golf van duizeligheid spoelde over me heen en de supermarkt om me heen vervaagde. Mijn gedachten raasden en worstelden om te begrijpen wat ik zag.

Hoe kon dit kleine meisje iets dragen dat van mijn dochter was?

Mijn lieve Emily, die vijf jaar geleden was overleden nadat ze haar strijd tegen leukemie had verloren.

Ik herinner me de dag dat ik haar kleine handje voor de laatste keer vasthield. Ik deed die armband om haar pols als symbool van mijn eeuwige liefde. En nu, op de een of andere manier, was het hier, heel en onaangeroerd, om de pols van het kind van een vreemde.

De man merkte mijn gefixeerde blik op en fronste zijn wenkbrauwen. “Gaat het?” Vroeg hij met bezorgdheid in zijn stem.

Ik knipperde snel met mijn ogen en dwong een glimlach af. “Ja… Voelde me gewoon een beetje duizelig. Het komt wel goed met me.”

Hij knikte, nog steeds onzeker, maar gelukkig drong hij niet verder aan.

Ik wisselde nog een paar woorden met hem, wenste hen een goede dag en haastte me om mijn boodschappen af te maken, in een poging normaal te doen.

Maar van binnen tolde mijn geest.

Ik moest de waarheid achterhalen.

De volgende dagen kon ik niet stoppen met aan die armband te denken.

Het was niet zomaar een sieraad. Het was een symbool van mijn liefde voor Emily. Iets waarvan ik had gedacht dat het voor altijd bij haar zou blijven.

Ik keerde tegelijkertijd terug naar de supermarkt, in de hoop ze weer te zien. Maar ze kwamen nooit opdagen.

ADVERTISEMENT
ADVERTISEMENT

Leave a Comment