Ik werk als projectmanager voor een softwarebedrijf en heb veel plezier in mijn werk.
Ik verdien er genoeg mee om mijn kleine gezin te onderhouden.
Onze twee jongens, Liam en Jake, zijn mijn grootste inspiratiebronnen.
Liam, 12, heeft een nieuwsgierige geest en een talent voor wetenschap. En Jake, 10, is onze kleine atleet.
En dan is er Kyle, mijn man van 15 jaar.
Kyle is de rust in mijn waanzin, de constante aanwezigheid die ons gezin met beide benen op de grond houdt.
Hij werkte als operations manager voor een logistiek bedrijf en hield zich bezig terwijl hij voor ons zorgde.
Maar alles veranderde op een middag toen Kyle met een map door de voordeur naar binnen kwam lopen. Het leek wel alsof hij een geest had gezien.

Zijn gezicht was bleek en hij had zijn lippen stijf op elkaar geperst terwijl hij de map op tafel legde.
“Laura,” begon hij met trillende stem, “ik heb spierdystrofie.”
Spierdystrofie. De woorden galmden door mijn geheugen en veroorzaakten een maagverdraaiing.
“Het spijt me zo,” fluisterde hij. “Ik wilde het je niet zo vertellen, maar… ik moet beginnen met tre:atme:nt. Ik denk dat we de reis met de jongens moeten afzeggen. Ik vind het vreselijk om ze dit aan te doen, maar…”
“Ik ben je vrouw,” zei ik, terwijl ik in zijn hand kneep. “We komen hier samen doorheen.”
“We hebben meer geld nodig”, mompelde ik, terwijl ik naar het plafond staarde.
“Ik kan het wel aan.” Ik draaide me naar hem om, met vastberadenheid in mijn ogen. “Ik neem na mijn werk een parttime baan. We gaan bezuinigen. Jij zegt je baan op en concentreert je op je gezondheid.”
De volgende dag ging ik naar een restaurant in de buurt en kreeg ik een baantje als avondschoonmaker. Na mijn dag bij het softwarebedrijf ging ik daar meteen schoonmaken.

Ik gaf bijna al het geld dat ik verdiende aan Kyle voor zijn behandeling. En ik zag dat hij veranderde. Hij leek gelukkiger en meer ontspannen.
De routine werd een tweede natuur. De hele dag werken, ’s avonds tafels schoonmaken en moe naar bed gaan.