In het gezellige hoekje van de zolder van je grootmoeder, begraven tussen haar traditionele naaigerei, ligt een klein assortiment metalen relikwieën die ons terugvoeren naar een tijd waarin nauwkeurig werken en gepassioneerde innovatie nog zo wijdverspreid waren. Dit zijn niets anders dan draadklosjes, die in huizen net zo gebruikelijk worden als mobiele telefoons tegenwoordig steeds gebruikelijker worden.
Het is 1970 en deze bescheiden spoeltjes vertegenwoordigen meer dan de onderdelen van een naaimachine; Het zijn emblemen van zelfvoorziening en het vermogen om je creatieve kant te uiten. Elke spoel, met zijn kleine perforaties en kern van gaten, is zorgvuldig geconstrueerd om strak met draad te worden opgewonden, klaar om in een naaimachine te worden geplaatst, wat het absolute toppunt is van thuis knutselen.
Het was niet zomaar een hobby die je in je vrije tijd deed; het was eerder een essentiële vaardigheid die van generatie op generatie werd doorgegeven. Naast het verfraaien van onze lichamen en het verfraaien van onze huizen, was het een transformatief kunstwerk dat platte stof doordrenkt met driedimensionaal leven. Deze ogenschijnlijk kleine spoelen speelden een belangrijke rol bij de productie van kleding die ontworpen was om de tand des tijds te doorstaan en werden zelfs familiestukken in huizen in tijden vóór het tijdperk van snelle mode en productiemassa.