Activeer de gist:
Meng in een kleine kom de droge gist, 1 eetlepel suiker en warme melk.
Roer goed en laat 10 minuten staan tot de gist activeert en schuimig wordt.
Bereid het deeg voor:
Klop in een grote kom de eieren, gesmolten boter, vanillesuiker en een snufje zout los.
Giet het geactiveerde gistmengsel erbij en roer tot het gemengd is.
Voeg geleidelijk de bloem toe en meng goed tot je een zacht en kneedbaar deeg krijgt.
Laat het deeg rusten:
Dek het deeg af met een theedoek en laat het 30 minuten rusten op een warme plaats en laat het rijzen.
Rol en bekleed met suiker: Zodra het deeg is gerezen,
rol je het uit in een grote, platte laag op een licht met bloem bestoven oppervlak.
Bestrooi de helft van de deeglaag met suiker.
Vouw het deeg dubbel en rol het opnieuw uit.
Herhaal dit proces nog twee keer: bestrooi de helft van het deeg met suiker, vouw het dubbel en rol het uit.
Snijd het deeg: